We gaan steken oprapen aan de zijkant van de hiel. Ook dit aantal wordt aangegeven in de tabel. In ons voorbeeld zijn dat er 15 aan iedere kant.

Langs de zijkant van de hiel gaan we dus steken oprapen(neem naald 2), direct na de steken van het kapje. Pak steeds de steek,die we aan het begin van de naald bij de hiel hebben afgehaald(zie stap 4 de hiel(**)), u ziet een dubbel-lusje, neem beide lusjes op, haal een steek op, en zo 14 keer. Dit aantal is te herleiden, onze hiel was 28 steken, dus kregen we 14 dubbele lusjes aan de zijkant... De 15e steek halen we op tussen naald 2 en 3 om een gaatje te voorkomen(dus tussen de zijkant en de steken van de bovenvoet. Deze breien we ook recht, ná deze 30 steken in ons voorbeeld, nu weer 15 steken oprapen als vóór de 30 steken(neem naald 4), ook weer 1 steek direct na de steken van de bovenvoet, en voorts 14 steken aan de anders zijkant van de hiel. Dan zijn we rond bij het begin van het kapje. Er staan nu niet overal evenveel steken op de naalden, maar we laten het even zo, dan is het makkelijk met de minderingen. Het is belangrijk dat het oprapen netjes en precies gebeurt, dit geeft later een mooi resultaat. Brei 1 toer over alle naalden rechte steken, brei daarbij de opgeraapte steken (2x15)gedraaid (steek achter in de steek in) zo voorkomt u losse steken.

We houden steeds de hiel als uitgangspunt voor een nieuwe toer.

Nu komen we aan de minderingen waardoor de schuine spie ontstaat : les 7