Handleiding Sokken breien bij maattabel

Hier vind u wat tips en handigheidjes waarbij ik hoop dat de maattabel u wat kan helpen.

Dan zijn het, hoop ik,  niet meer alleen de getallen maar mogelijk ziet u het verband van deze handige informatie

Kies uw maat.

U zult merken dat ik bij de uitleg af en toe teruggrijp op een voorbeeld, dus kijkt u dan bij de baby-maat M (32 steken) en vervolgens bij uw eigen maat.

Bij het kopje OPZET ziet u voor elke maat het aantal op te zetten steken voor het been. U deelt het aantal steken door 4 als u breit op 4 naalden, u deelt het aantal steken door 2 als u op 2 rondbreinaalden breit.

Na de opzet van het aantal steken de ring sluiten en heeft het mijn voorkeur 2á3 rondjes recht te breien. Daarna begint de boordsteek. Dit doe ik omdat het opzetrandje dan mooi naar voren valt.

Er is veel variatie in de steken. U kunt een klein boordje breien 1/1 of 2/2 en verder een patroonsteek. Breit u in tricotsteek zal het been wat losser vallen, wilt u een aansluitend been kunt u verder breien in de boordsteek of 3r-1av. Brei over deze steken door tot u aan de hiel bent gekomen. Voor de hoogte van het been word in het patroon geen cm's aangegeven omdat dit heel variabel/persoonlijk is. Voor baby en kindersokken brei ik zelf meestal boordsteek 1/1 tot aan de hiel om dan het boordje dubbel om te slaan. Voor een enkelsokje breit u maat een heel klein boordje, 1á2 cm. Voor een dames en herensok kan het wel 15 of 20 cm zijn.

Extra tipje : bij babysokjes brei is een gaatjestoer 1 cm boven de hiel om een koordje doorheen te halen, vervolgens valt dat onder het dubbelgeslagen boordje.

Bij het kopje Steken voor de HIEL leest u een aantal steken waarover we de hiel gaan breien, dit is eigenlijk altijd de helft van het totaal aantal steken.

We breien deze steken recht waarbij we de eerste steek averecht afhalen.  Dus... er blijven de helft van de steken wachten, en over de andere helft breien we heen en weer (als op de rechte naalden)

Bij het kopje HIELHOOGTE leest u over hoeveel naalden deze steken voor de hiel moeten worden gebreid.

Bij het kopje VERDELING KLEINE HIEL leest u hoe we een klein kapje breien in aansluiting op de hiel.

Ik neem een voorbeeld : ik heb 16 steken voor de hiel, en als verdeling word aangegeven 5/6/5 

Aan de goede kant : Brei eerst 10 steken recht,, steek 11-12 samen, 1 r, werk keren. (er blijven 3 steken wachten)

Aan de averechtse kant : Eerste steek afhalen, en averecht breien tot er nog 6 steken op de linkernaald staan, 2 av samen, 1 av, werk keren. (er blijven 3 steken wachten)

We zijn weer aan de goede kant, eerste steek afhalen, breien tot er nog 4 steken op de naald staan, (dit zou 1 voor de opening en 3 erachter moeten zijn), brei 2 st recht samen, 1 r werk keren. (er blijft 1 steek wachten)

Aan de averechtse kant : 1 steek av afhalen, breien tot er nog 4 steken op de naald staan, 2 av samen, 1 av werk keren. (er blijft 1 steek wachten)

Aan de goede kant ; Eerste steek afhalen, breien tot er nog 2 steken op de naald staan, 2 r samen keren

Aan de averechtse kant : Eerste steek afhalen, breien tot er nog 2 steken op de naald staan, samenbreien en keren.

Kleine hiel is klaar. We breien de rechte naald recht over om aan het einde van de naald te komen.

Bij het kopje OP TE NEMEN STEKEN leest u hoeveel steken u moet opnemen aan de zijkant van het hielflapje. Doordat u bij het breien van de hiel de eerste steek steeds afhaalde ziet u daar 1 grote steek, pak deze beide draadjes op en haal een steek op. In het voorbeeld van de 16 steken heb ik 14 naalde hielhoogte gebreid, zodat u 7 lusjes heb. Bij deze maat word aangegeven dat ik 8 steken moet oprapen, dat klopt want na de 7 lusjes halen we er nog 1 op voordat we de steken voor de bovenvoet gaan breien. Nu breien we de steken van de bovenvoet verder, ik doe deze meestal zoals ze in de boord gebreid zijn, zoals ze nog op de naald staan. Na deze steken moeten we nog een keer 8 steken oprapen, dan eerst de steek direct na de steken van de bovenvoet en vervolgens 7 steken in de lusjes. Dan zijn we weer rond gekomen, en breien we een ronde rechte steken (behalve de steken bovenvoet die blijven nu zoals u ze op de naald hebt staan), brei hierbij de opgeraapte steken aan de zijkant van de hiel gedraaid.

Markeer even de steken van de bovenvoet met een draadje of markeerder, dus begin en eind.

Misschien moet u de naalden, 4 naalden of 2 rondbreinaalden even de indeling herzien. Breit u op 2 rondbreinaalden dan zou ik de steken zo verdelen dat u middenvoor en middenachter op een nieuwe naald begint. In het geval u op 4 naalden breit, kunt u de steken van de bovenvoet op 2 naalden zetten, de steken van de achtervoet ook verdelen over 2 naalden. Hier heeft u straks ook overzicht van omdat we gaan minderen.

Bij het kopje MINDERING SPIE lezen we hoeveel minderingen we moeten maken net voor én net na de markeerder bij de steken bovenvoet. De steken van de bovenvoet blijft u gewoon breien zoals ze zich voordoen. Net daarvoor breien we 2 steken samen, net daarna maken we een mindering door een overhaling, steek afhalen, steek breien, afgehaalde steek erover, verder recht breien. De minderingen moeten om de anderen ronde gebeuren, dus ronde met 2 minderingen, ronde  overbreien en zoveel keer als aangegeven in het schema.

Als het goed is heeft u dan over de steken van de achtervoet ook weer het aantal als de steken voor de bovenvoet ! Dat is juist goed, zo zijn we weer op het beginaantal waar we mee begonnen zijn.

Bij het kopje VOETLENGTE TOT DE TEEN IN CM lezen we hoe lang de voet moet worden. Als u het breiwerk plat neerleg meten we dit vanaf de hiel en moeten we dus aan het aantal cm's komen zoals genoemd bij dit kopje. U breit dus nu weer over het begin-aantal steken, daarbij de bovenvoet zoals u het steeds deed, de ondervoet/andere steken in tricot-steek.

Bij het kopje MINDERING VOOR DE TEEN leest u een aantal. Eén mindering betekend : 1 toer minderen op 4 plaatsen

Zorg eerst dat de steken voor de bovenvoet en de steken voor de ondervoet precies goed op de naalden staan. Bij de rondbreinaalden staat de helft op de ene, en de andere helft op de andere, waarbij de zijkant dus precies op de overgang van de 2 naalden moet zijn, anders komt de teen straks niet recht op de sok. Bij de 4 naalden geld dit op dezelfde manier.

1 toer minderen op 4 plaatsen. Ik gebruik even mijn voorbeeld. Ik heb 32 steken, 16 bovenvoet, 16 ondervoet. Ik brei : 1 r, 2 samenrecht, 10 r, 1 mindering door overhaling, 1 recht. idem steken ondervoet

Extra tip : op de fotoos hieronder ziet u een klein ribbeltje tussen bovenvoet en teen. Ik brei hiervoor alleen de 16 steken van de bovenvoet in de eerste mindering 1 keer averecht.

Bij het kopje MINDERING VOOR DE TEEN IN ELKE 3e RONDE lees ik in mijn voorbeeld 1 x. Dus ik brei 2 rondjes recht, en in de 3e ronde herhaal ik de mindertoer, waarbij de steken voor het midden uiteraard minder worden.

Bij het kopje MINDERING VOOR DE TEEN IN ELKE 2e RONDE lees ik in mijn voorbeeld 2x Dus ik brei 1 ronde recht, 1 ronde met minderingen,1 ronde recht, 1 ronde minderingen

Bij het kopje MINDERINGEN VOOR DE TEEN IN ELKE RONDE lees is 2x Dus ik brei 2 x 1 ronde met minderingen

Ik heb nu nog 8 steken over, op mijn eigen manier kant u deze steken het liefst af, laatste steek de draad eruit trekken, zodat deze niet meer uit kan trekken.  En met deze draad maas ik de steken 4 tegenover 4 vlak tegen elkaar. Ook hier zijn weer vele manieren te ontdekken, maar dat zou in deze algemene werkwijze voor de matentabel te ver voeren.

 

Deze sokjes heb ik gebreid van alpaca-sokkenwol. Ik had een restje over van mijn sjaal, en wat een succes ! Omdat ik deze werkwijze nu heel prettig vind, heb ik het voor u opgeschreven zodat u het mogelijk ook kunt gebruiken. En spelenderwijs wat inzicht krijgt in de matentabel, zodat groot of klein, geen probleem meer hoeft te zijn.

Bij vragen mag u altijd een berichtje sturen.... Succes !