Les 4 : De hiel
De hiel wordt gebreid over de helft van het aantal steken die u voor het boord hebt opgezet.
In ons voorbeeld hebben we 60 steken. Zijn we op het punt gekomen dat het boord/het been lang genoeg is, dan breien we heen-en-weer (dus niet rond) over 30 steken. De andere 30 steken blijven op één of twee van de sokkennaalden rusten. Haal hierbij de 1e steek van iedere naald (aan de goede kant én aan de binnenkant) averecht af,en brei de naald uit. Recht aan de goede kant, averecht aan de binnenkant van de sok. We breien de hiel dus in tricotsteek. Ook hier kunnen allerlei varianten op gekozen worden, als de versterkte hiel, een fantasiesteek. We kiezen hier voor de trictosteek omdat het gaat om een werkwijze van sokken breien. De tabel met maten geeft aan hoeveel naalden/hoeveel centimeter de hiel moet worden.
De afgehaalde steek aan het begin van de naalden, is later de dubbele steek waarin we steken oprapen (**)
Als de naalden voor de hiel gebreid zijn, volgt het breien van het kapje, of de kleine hiel : les 5