Dit garen heeft een lang verloop, niet iedere bol is hetzelfde, het is een leuke uitdaging om de kleuren terug te laten komen, te 'plannen' of juist niet te 'plannen' waardoor een onregelmatig effekt ontstaat. Voor deze trui heb ik eerst het voorpand gebreid, toen het rugpand, de kleur waar ik bij het rugpand mee begon was ook de lila van het voorpand, vond ik mooi dat de boord qua kleur doorloopt. Het voorpand was bovenaan lichtgeel, het lukte me om de mouwen ook bovenin met die kleur te beginnen, en de beide mouwen ook hetzelfde te krijgen.

Deze trui is gebreid in maat S, ik nam 2 bollen en had echt niets over. Voor elke volgende maat is dus 3 bollen aanbevolen.

Voor de nopppen is de werkwijze als volgt :

Brei aan de goede kant en maak op de plaats waar de bobbel moet komen uit 1 steek 5 steken, keer het werk en brei deze 5 steken nog 3 keer. Aan de goede kant van het werk gekomen word de eerste steek recht gebreid en de andere 4 eroverheen gehaald. Nu is de bobbel in principe klaar.

Tip 1 :

Omdat de zijkanten van de bobbel best een beetje los kan zijn, (misschien ook omdat ik met dit garen op naald 5 heb gebreid) heb ik de draad, na het meerderen van 1 naar 5 steken even om de volgende steek heengeslagen, daarbij de draad voor het werk, steek overnemen, draad achter het werk, werk gedraaid, overgenomen steek teruggezet, en de 5 steken averechts breien, en vóór het werk te keren, draad is al voor het werk,  steek overnemen(niet breien), draad achter het werk, werk keren, draad weer naar achter omdat we recht gaan breien, overgenomen steek terugzetten, goed aantrekken, en nu weer de 5 steken recht. Lijkt misschien ingewikkeld, maar op deze manier word de bobbel mooier en is de zijkant van de bobbel verbonden met het pand. Dit is dezelfde techniek als bij breien-met-verkorte-naalden.

Tip 2 :

Voor een mooie bobbel is het zeker ook belangrijk de draad steeds netjes aan te trekken, niet te strak maar wel aan.